Vandaag zou officieel de wereld moeten onder gaan en heel even leken de beurzen vannacht dit pad te volgen. Door het uitblijven van een compromis over de ‘fiscal cliff’ (een stemming over een belastingmaatregel werd geannuleerd) vielen de Amerikaanse futures met ruim twee procent. De CFD’s op de AEX vielen even tot 335, maar dat is geen officiële koers, dus moeten we er de nodige vraagtekens bij zetten.

Vanochtend weer ‘business as usual’, dus kop koffie erbij en op de koopknop drukken. De Amerikaanse futures staan nog steeds ruim een procent in de min, maar de AEX noteert slechts een puntje lager. Eind goed al goed dit jaar, al zou je dat zeker niet zeggen als je de krant openslaat. Op elke pagina lees je diverse keren het woord ‘crisis’, ‘fiscal cliff’, ‘stijgende werkloosheid’, ‘minder investeringen’, ‘afnemend consumentenvertrouwen’ enzovoort. Als je iemand zou vragen waar de aandelenbeurzen dan zouden moeten staan, dan zal degene het voor de hand liggende  antwoord geven: “fors lager”. Maar we weten dat dit niet het geval is. Aandelen wisten dit jaar een keurig rendement op de leveren, gemeten op indexniveau uiteraard, want er waren natuurlijk ook de nodige negatieve uitschieters.

Beurskenners weten dat de koersen de toekomst verdisconteren. Over het algemeen kun je stellen dat beleggers zes tot negen maanden vooruit denken. Op sommige momenten, waarbij de koersen bijvoorbeeld fors oplopen maar de werkelijke economische realiteit nog verre van positief is, wordt de kloof tussen werkelijkheid en verwachting bijzonder groot. We bevinden ons nu in een dergelijke situatie, waarin je je afvraagt of het nu snel beter wordt of dat beleggers wel een erg roze bril op hebben gehad en zich door de centrale banken en hun overvloedige liquiditeiten hebben laten inpalmen. Hier is uiteraard geen pasklaar antwoord over te geven, het hangt er maar net af wie je het vraagt, een optimist of een pessimist en zelfs onder realisten zijn de meningen sterk verdeeld. Zelf kan ik dat puur op fundamentele argumenten ook niet beoordelen, omdat het immers niet enkel om de feiten gaat, doch om de interpretatie ervan. Koersen komen tot stand door vraag en aanbod en hieraan liggen niet enkel fundamentele overwegingen, maar ook psychologische factoren ten grondslag. Dat is algemeen bekend en dat is ook de reden waarom ik in de technische analyse geloof  als basis voor een analyse van de financiële markten. Uiteraard verschillen ook daarover de meningen en dat is ook goed zo.

Ik wil de laatste column van dit jaar afsluiten door naar drie grafieken te kijken en proberen voor de komende maanden daar een scenario voor te schetsten.

Grafiek 1: AEX-index op weekbasis met indicatoren

We beginnen met de AEX-index op weekbasis. Het is goed te zien dat de AEX, tezamen met enkele andere Europese beurzen, opwaarts is uitgebroken, nadat de koersen enkele maanden in een zijwaartse ’trading range’ gevangen waren. Dat is technisch gezien een positief signaal waardoor ik ook mijn negatieve visie op de beurzen qua tijd opschoof. In principe zou je zeggen dat de AEX ruimte heeft tot rond 375, waar de volgende top ligt. Dit is echter erg kort door de bocht, maar dit soort inschattingen zijn wel nodig om het potentiële risico te kunnen afwegen met het potentiële rendement. Wanneer wordt het koersbeeld namelijk een stuk minder positief? Dat gebeurt als de AEX op weekslotbasis weer onder 340 sluit. De trend is dan nog opwaarts gericht (die draait pas onder 320), maar blijkbaar ontbreekt het dan aan genoeg momentum (lees overtuiging onder beleggers die zich uit in het kopen van aandelen). De kansen omhoog, rekening houdende met het risico, liggen dus nog steeds gunstig. Hierbij blijf ik er echter wel vanuit gaan dat de vierjaars cyclusbodem nog steeds niet gezet is en dit in de loop van volgend jaar (eerste helft) zal gebeuren. Met anderen woorden, het risico bij een verdergaande stijging neemt toe, niet af. Ik opteer er dan ook voor om altijd met strakke stop loss niveaus te werken. Let wel, dit geldt voor actieve beleggers of traders, niet voor de ‘buy and hold’ belegger of de belegger die Koninklijke Olie voor het dividend koopt. Daarvoor is deze column niet geschreven.

Ik ga er dus vanuit dat we in de loop van de komende weken alsnog een top in de markt zien en dan afdalen tot de vierjaarscyclus, maar zolang de markt dit signaal niet geeft, blijft een longpositie het meest logische alternatief. Deze positie houd ik echter redelijk bescheiden en ik ga pas veel agressiever aan de longkant zitten als de vieraars cyclusbodem een feit is en de AEX dan ergens rond 300 of lager noteert en een duidelijk bodempatroon vormt.

Grafiek 2: Duitse Bundfutures op weekbasis met indicatoren

Hoe ziet het plaatje er voor staatsobligaties uit? Is dat iets waar we de komende maanden nog rendement uit kunnen halen? Welnu, staatsobligaties van AAA landen, zoals Nederland of Duitsland leverden ook in 2012 nog een redelijk rendement op (couponrendement en koerswinst), maar al duidelijk minder dan 2011. In de weekgrafiek van de Duitse Bund (vergelijkbaar met een mandje van 10-jarige Duitse staatsobligaties) zien we een keurige opwaartse trend, die echter de laatste maand aan momentum heeft verloren. Mogelijk dat er zelfs al een dubbele top is ontstaan, maar dat weten we pas als we een eerste lagere top zien. Het kan immers nog steeds een consolidatie zijn, gevolgd door nieuwe toppen. Maar duidelijk is wel natuurlijk dat obligaties niet oneindig in koers kunnen stijgen (aandelen wel), omdat het bij een negatieve ‘yield’ ergens ophoudt. Met andere woorden, als ik de risico’s met de rendementen vergelijk, dan is die verhouding voor 2013 een stuk minder gunstig dan voor de voorbije twee jaren. Het zou zomaar kunnen dat we in 2013 met zeer forse correcties te maken krijgen, bijvoorbeeld nadat de viersjaars cyclusboden in aandelen gezet is en er op grote schaal geld uit obligaties naar aandelen vloeit. Dus vinger aan de pols hier, nieuwe posities lijken met niet opportuun voor de langere termijn.

Grafiek 3: GSG op weekbasis met indicatoren

Grondstoffen dan? In grafiek 3 ziet u de weekgrafiek van de iShares S&P GSCI Commodity-Index Trust (GSG). Dit is een tracker op de Goldman Sachs Commodity Index. Deze index wordt voor bijna 70 procent bepaald door energie en de rest is verdeeld over landbouw, metalen en vee. We zien hier dat een belegging in grondstoffen over het algemeen al twee jaar niets oplevert. Het koersbeeld is niet bijzonder positief, maar ook niet uitgesproken negatief. Daar kan wel verandering in komen als de weekcyclusbodem rond $31,50 wordt gebroken. Ik verwacht ook hier een vierjaars cyclusbodem in 2013, dus ook hier zie ik voor de komende weken relatief weinig opwaarts potentieel.

Conclusie: naar mijn mening wordt 2013 een zeer interessant jaar, maar is het wel eerst afwachten totdat de vierjaars cyclusbodem in aandelen (en grondstoffen) is gezet. Deze bodem zal het startsein zijn voor een nieuwe ‘bull run’. Op dit niveau ben ik nog enkel gematigd positief over aandelen zolang de belangrijksten steunniveaus intact blijven. Daaronder neig ik naar een positie aan de shortkant, echter pas als de markt dat signaal geeft.

Ik wens u allen hele fijne dagen en voor 2013 een goed (beleggings)jaar.

Michael Ahrens houdt zich bezig met het ontwikkelen van cursussen en seminars en schrijft blogs over trading op persoonlijke titel (www.cyclustrader.nl) . Hij is daarnaast directeur en partner bij ML Finance Academy (www.mlfa.eu). De informatie in deze column is niet bedoeld als individueel beleggingsadvies of als aanbeveling tot het doen van bepaalde beleggingen. De standpunten en vooruitzichten van Michael Ahrens geven zijn mening weer in zijn hoedanigheid als blogger en columnist bij DFT.nl. Het is mogelijk dat Michael Ahrens op het moment van schrijven posities in genoemde fondsen heeft. Bezoek voor dagelijkse marktcommentaren www.cyclustrader.nl of volg Michael Ahrens via twitter (@cyclustrader).